Taalgroep
Indo-europees / Germaans / Westgermaans / Nederduits / Westnederfrankisch met ingwaeoonse kenmerken.
Gebied
Het Vlaams als taal bestaat eigenlijk niet. Er bestaan wel Vlaamse talen, die allen regionale verschillen hebben. Mensen uit de bedoelde gebieden (zie hierna) hebben geen moeite om elkaar te begrijpen. Vlaams wordt gesproken in West- en Oost-Vlaanderen, Noord-Frankrijk en Zeeuws-Vlaanderen. Oost-Vlaams en Brabants behoren tot de zuidelijk-centrale groep binnen het Nederlands taalgebied. West-Vlaams, Zeeuws-Vlaams en Frans-Vlaams behoren tot de zuidwestelijke groep van de Nederlandse taalvarianten. De laatste groep is dus verspreid over drie landen: België, Nederland en Frankrijk. Het woord ‘Vlaams’ slaat dus niet op de naam van het Nederlandstalig taalgebied van België, waarvoor het meestal gebruikt wordt, maar op de taal die gesproken wordt binnen het vroegere Rijks- en Kroonvlaanderen.
Aantal sprekers
West-Vlaanderen telt ongeveer 1.110.000 inwoners waarvan bijna iedereen, naast het Nederlands, nog het Vlaams in de dagelijkse omgang gebruikt of minstens kent.
Oost-Vlaanderen telt ongeveer 1.340.000 inwoners, ook allemaal of bijna dialectgebruikers en/of kenners, naast het Nederlands als cultuurtaal.
Voor Zeeuws-Vlaanderen refereer ik naar het aparte hoofdstuk over Zeeuws.
Frans-Vlaanderen kent nog een 50.000 sprekers die geleidelijk afnemen in aantal. De jongeren kiezen – buiten hun moedertaal Frans – meer en meer voor het Nederlands als communicatiemiddel.
In Canada en De Verenigde Staten zijn nog restgroepen van Vlaamse emigranten van wie de eerste en de tweede generatie nog Vlaams kennen en kunnen spreken. Die groep wordt gestadig kleiner.
Status
Het Vlaams heeft in België nergens een officiële status en wordt als zodanig ook niet onderwezen.
In Nederland hoort het bij de Zeeuwse taalvariant (zie Zeeuws).
In Frankrijk is het ‘Flamand’ erkend als een minderheidstaal. Er worden privé-lessen gegeven in het Frans-Vlaams. In de scholen kan men terecht voor Nederlands als 2de taalkeuze na het Frans.
De Vlaamse taal speelt een grote rol in het dagelijkse leven van de Vlamingen. Zeker in Oost- en West-Vlaanderen spreekt praktisch iedereen nog vlot zijn taalvariant.
Als cultuurtaal of naar de overheidsdiensten toe, wordt het Vlaams niet meer gebruikt of onderwezen, beperkte lessen Frans-Vlaams in Frankrijk niet te na gesproken.
Liederen en gedichten in het Vlaams komen wel voor. Twee van de bekende West-Vlamingen zijn op dit ogenblik Willem Vermandere en Filip
Kowlier.
Geschiedenis
Het Vlaams bestaat uit Germaanse taalvarianten. Het is gegroeid vanuit de Frankische stammen die na het verdwijnen van de macht van de Romeinen geleidelijk aan invloed wonnen. Zo krijgen we vanaf de monding van de grote rivieren in West-Europa tot diep in het huidige Frankrijk het zogenaamde ‘Westnederfrankisch’. Dat is de vroegste voorloper van het Vlaams. Vooral door het niet deelnemen aan de Hoogduitse klankverschuivingen groeide de taal weg van de Continentaal-Germaanse groep.
De ‘Lex Salica’, één naar de Saliërs genoemde wettekst in het Latijn is ergens tussen 509 en 511 opgetekend. Alleen afschriften uit de 8ste en 9de eeuw zijn nog gekend. In die tekst staan Frankische woorden ter verduidelijking. Het levert ons de oudste overgeleverde Nederfrankische (Vlaamse en/of Nederlandse) woorden op.
In de loop van de 7de eeuw begon in het zuiden een romaniseringsbeweging die het Frankisch uiteindelijk terugdrong tot dichtbij de huidige zuidgrens van Belgisch-Vlaanderen.
De oudste zin in het (West)Vlaams, dat ook bij het Oud-Nederlands gerekend wordt, vinden we op de rand van een Latijns handschrift in de Bodleyan Library in Oxford (11de eeuw):
Hebban olla vogala
nestas bigunnan
hinaese hic enda thu
wat unbidan we nu
Hebben alle vogels
nesten begonnen
behalve ik en jij
waarop wachten we nu
Vanaf de dertiende eeuw spelen de Vlaamse steden een belangrijke rol. De heersende taal in de Nederlandse gewesten is het dan nog sterk ingvaeoonse Vlaams. Belangrijk zijn hier de Vlaamse ridderromans zoals ‘Floris ende Blancefloer’, ‘Karel ende Elegast’, ‘Van de vos Reynaerde’.
De vele geschriften van Jacob van Maerlant bevestigen nog eens de dominante rol van de Vlaamse taal.
In de 14de en 15de eeuw zal het overwicht van Vlaanderen overgaan op de Brabantse gewesten, zodat geleidelijk het Vlaams als cultuurtaal verdrongen wordt tot het uiteindelijk als dialect beschouwd zal worden. Uit die tijd dateert ook de ‘verbrabantsing’ van het Oost-Vlaams ten gevolge van de zogenaamde Brabantse Expansie. Voordien waren het Oost- en West-Vlaams veel nauwer verwant en was er sprake van één Vlaamse taal. Het economische, culturele en politieke overwicht van Brabant heeft dus een scheiding tussen het Friso-Frankische West-Vlaams en het (inmiddels) Frankische Oost-Vlaams ten gevolge gehad.
De bekendste Vlaamse schrijver uit de 17de eeuw is Michiel de Swaen uit Duinkerke , Frans-Vlaanderen.
In de 19de eeuw ijvert Guido Gezelle voor een hergeboorte van het West-Vlaams als cultuurtaal. Hij wordt door de Vlamingen (en veel Nederlandstaligen) als de grootste dichter van het taalgebied aanzien.
In de 20ste eeuw bestaan er praktisch geen boeken van enige betekenis die in het Vlaams geschreven werden. Wel zijn er auteurs die hun Nederlands larderen met ‘Vlaamse’ (of misschien beter: algemeen Zuid-Nederlandse) woorden of zinswendingen. Ik denk hierbij aan een Hugo Claus.
Media
België: Lokale radiostations (vrije radio’s) gebruiken soms de lokale variant van het Vlaams in hun uitzendingen. Regionale omroepen van de staatsradio gebruiken officieel alleen Nederlands. Vlaams wordt als curiosum of voor leuke quizvragen voorbehouden. De grote televisiestations hebben weinig interesse voor het Vlaams, dat als een vreemde taal aanzien wordt en bij gebruik altijd van ondertitels voorzien is voor de andere Nederlandstaligen.
Er bestaan wel vele groepen van plaatselijke amateurtoneelverenigingen ( iedere middelgrote gemeente heeft er zeker één) die naast het Nederlands ook geregeld hun eigen taalvariant gebruiken in hun opvoeringen.
Nederland: Zie Zeeuws.
Frankrijk: Buiten één vrije regionale zender (radio Uilenspieghel) die vanuit Cassel in het Frans, Nederlands en Frans-Vlaams (een dialect van het West-Vlaams) uitzendt, bestaat er weinig aandacht voor de Vlaamse taal. Er moet op gewezen worden dat de meeste mensen van de streek wel affiniteit hebben met Vlaanderen en dat zij zich naast Fransman ook Vlaming voelen. Dat uit zich in een rijk Vlaams cultureel leven en bijvoorbeeld ook in tal van opschriften en huisnamen in de plaatselijke variant van het West-Vlaams. Op de grote televisiezenders is er geen interesse voor de West-Vlaamse of Nederlandse taal.
Langs de ‘schreve’ (West-Vlaams voor grens) bestaan al jaren opvoeringen van het “Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen”. Dat is een toneelvereniging die rondtoert met voorstellingen in het Vlaams van de streek, in West-Vlaanderen en Frankrijk.
Literatuur
· Geschiedenis van het Nederlands (Marijke van der Wal) Aula 1992
· Nederlands, het verhaal van een taal (Omer Vandeputte) Ons Erfdeel 1989
· Het verhaal van een taal, negen eeuwen Nederlands (J. de Vries) Prometheus 1993
· Geschiedenis van de Nederlandse taal (M.C.van der Toorn) A.U.P. 1997
· Westvlaams idioticon (De Bo) Gent 1892 en Familia et Patria 2000
· Loquela (idioticon) Veen Amsterdam1906 en Flandria Nostra 1982
· Chronologisch woordenboek (Nicoline van der Sijs) Veen Amsterdam 2001
Autheur: Luc Vanbrabant, 2002
Meer informatie: http://www.lowlands-l.net (Klik op “Resources” en op “Links” of “Offline Material”.)